Echte allochtoon
Acteur Dragan Bakema over geboortedorp Appelscha, over vat krijgen op het leven en over alle eerste keren.
Zijn vroegste herinneringen: een witte steen, die de ingang van het bos markeerde. Een speelgoedtelefoon met een losse hoorn waarmee hij ‘belde’ met opa en oma in Servië. De kippen van de buurman, de vriendjes Harm en Franke. Boslaan nummer 1 in Appelscha, daar is hij geboren. Achter dat raampje, wijst hij naar de gevel. Acteur Dragan Bakema (1980) staat op de stoep en kijkt naar zijn geboortehuis. De uitbouw is nieuw, maar de oude waslijn staat nog onveranderd in de achtertuin.
Eerder, op het terras van het restaurant bij Golfclub de Hildenberg, gaat het over opgroeien in Friesland. Over Appelscha en Oosterwolde. Over vader worden, over vat krijgen op het leven. Over dat moment ‘dat je het leven grijpt en er niet langer achteraan rent’.
Hij zit aan zijn eerste kop koffie. Vertelt vol vuur, schiet af en toe overeind uit zijn stoel. En dan verandert het terras op slag in een podium. Rechtop staat hij. Met armgebaren zet hij zijn woorden kracht bij. Beeldt uit wat hij bedoelt. En ja, zo met die stoere bergschoenen, de knielange regenjas en het slanke kaarsrechte postuur heeft hij wel wat van een kleine generaal. Napoleon? Nee, hier staat generaal Johannes van den Bosch natuurlijk, hoofdpersonage uit Het Pauperparadijs, het theaterspektakel dat deze hele zomer gespeeld wordt in het gevangenismuseum in Veenhuizen.
Dragan Bakema is een kind van twee culturen. Een Nederlandse vader en een Servische moeder. Vastberaden: „Ik ben de Echte Allochtoon. Ik ben tweetalig, doe mee in Nederland èn in Servië.” Want Servië speelt een rol in zijn leven. „Drie keer per jaar gaan we er naar toe. Naar ons familiehuis in Melenci.” Een huis zonder hek, geen enclave van een rijke Nederlander. „Zeker niet.”
HALFBLOED
Als hij een echte is, wat is dan een onechte allochtoon? „Een neppe? Dat is iemand die zijn vaderland gebruikt om er hier over te zeuren. Voor alle duidelijkheid: ik ben natuurlijk Nederlander. Maar ik zie er niet uit als een Nederlander. Ik ben donker, klein van postuur. Een halfbloed. Het is heel gek om dan in een land te zijn, waarin iedereen er zo uitziet.”
Hij is thuis in twee landen maar ziet ook de verschillen. „Van Nederlanders wordt gezegd dat ze begrip hebben voor elkaars afwijkende standpunt. Agree to disagree. Heel beleefd en zo. Van ‘Oke, ik snap dat jij er zo over denkt, maar ik….’ In Servië geniet ik enorm van het vurige debatteren. Van de hele omgeving er bij betrekken.” Springt op uit zijn stoel, luid: „Wat, vind jij dat? Hoe kom je daar nou bij. Hé, jij daar. Moet je nou es horen wat hij hier beweert.”
Valt terug in zijn stoel. „Dat mis ik. Discussies tussen man en vrouw worden hier ook beleefd hoofs gevoerd. Maar je wilt toch zeker geen hoofse man in bed?”
Alsof vrouwen in Servië daar iets over te zeggen hebben. „Dat is een groot misverstand. Lariekoek. Vrouwen in Servië hebben alles te zeggen. Naar buiten toe is de man de baas. Maar dat is allemaal spel, een façade. Binnenshuis zijn zij de baas. Dat zag ik als klein jongetje al. Dan werd ik gewoon de keuken uitgezet door de vrouwen.”
Zijn buitenlandse uiterlijk heeft niet geleid tot typecasting, integendeel. Grinnikend: „Ik heb opvallend veel Nederlandse helden gespeeld. Soldaat van Oranje, Rembrandt en nu generaal Van den Bosch.” Hij is een gevierd acteur met een lange speellijst: theaterproducties, films, tv-series. Daarnaast is hij ook actief als scenarioschrijver en producent voor het door hem opgerichte productiekantoor Popov Film.
Een succesvol bestaan, maar het had ook heel anders kunnen lopen. Op zijn 14de liep Dragan ernstige brandwonden op, veroorzaakt door een spelletje met een fles spiritus en lucifers. Dragan, voor die tijd een populaire jongen en een talentvol turner, moest lang revalideren en kroop in zijn schulp.
Zijn moeder schreef hem daarom in voor een toneelcursus in Assen. Daarna volgden de Vooropleiding Theater in Groningen en uiteindelijk de toneelacademie in Arnhem. Zo ontdekte hij zijn plezier in acteren. „Ik vond het altijd wel fijn om in het middelpunt te staan maar door mijn brandwonden trok ik me steeds meer terug. Tot die tijd had ik ook nooit het idee dat je geld kon verdienen met acteren. Het leek mij meer iets als hobby.”
„In het Noorden wordt ook heel anders naar toneel gekeken dan in de Randstad. Ik kende mensen met werk als tegelzetter of jurist. Maar niet als acteur.” De littekens van zijn ongeluk zijn nog steeds zichtbaar in zijn hals. Toch zit dat hem niet dwars. „Het was een les die mij ook veel goeds heeft gebracht. Ik heb alleen mijn pubertijd overgeslagen. Die kwam pas veel later, ik werd pas boos op mijn ouders toen ik 25 was.”
Hij woont in Amsterdam met Kiki Bosch, de moeder van zijn twee dochters. Lola van 2,5 en Milica van 2 maanden. Wat betekent Appelscha nog? „We wonen in Amsterdam vlakbij Artis. Maar als ik acteur kon zijn in Appelscha of Oosterwolde, was ik niet weggegaan.”
KAMPVUUR
„Toen ik 3 was, zijn mijn ouders naar Oosterwolde verhuisd. Maar we fietsten heel vaak naar Appelscha, dat is vlakbij. Ik kan de route wel dromen. ’s Zaterdagsavonds met kameraden naar het bos, een clandestien kampvuur. Appelscha is voor mij de plek die verbonden is met eerste keren. Het eerste schoolreisje, de eerste keer naar het Canadameer, een spannende expeditie. Of zwemmen in zwembad de Posthoorn, de eerste zoenen met een meisje, de trampolines bij Duinenzathe.”
„Mijn eerste vakantiebaantjes: bloembollen koppen in Hoogersmilde, Hijkersmilde en Smilde. Ik ben klein van postuur, dat was heel handig. Ik hoefde niet zo diep te bukken. De bijbaantjes hier zijn ook zo anders dan in het Westen. Daar zit je in de horeca of in de supermarkt, hier ben je buiten op het land.”
„De omgeving is schitterend, zeker voor kinderen. Het Aekingerzand, de bossen, de Vaart. Het rare is dat je dat niet ziet als je jong bent. Dan vind je het normaal. In Servië, waar ik dus ook van jongsafaan ieder jaar kom, is ook alles weids en groot. Daar heb je als kind ook veel speelruimte. Je weet niet beter. Maar pas als je ouder bent, als je terugkomt, zie je de schoonheid.”
„Er is ook een keerzijde. Het is zo veilig, dat je het gevaar loopt om in te slapen. De deuren hoeven niet op slot, je kunt betaalbaar groot wonen, je kunt je auto voor de deur zetten. Dan kun je iets krijgen van ‘waarom zou ik meer willen?’. Je ambities worden minder, kleiner. In de Randstad zit ambitie veel meer in de weg. Maar dat heeft ook zijn goede kanten. Je wordt meer uitgedaagd.”
„In Friesland kun je veel langer in je eigen zen blijven. Je wordt minder gestoord. Maar ik kwam laatst een oude vriend tegen uit Oosterwolde. Die zei dat hij ook graag acteur had willen worden, alleen de kansen niet had gekregen. Dan denk ik toch: ik heb het ook niet cadeau gekregen. Wonderlijk dat mensen denken dat het voor mij anders is. Je moet ook uitkijken dat ambitie niet wordt verward met uitsloven. Dat is zonde.”
Deze zomer staat hij drie dagen van de week in Veenhuizen op de planken. Die dagen logeert hij bij zijn ouders in Oosterwolde. „Natuurlijk! Ik had ook net als de andere spelers een huisje in het tweede gesticht kunnen hebben. Maar ik slaap gewoon in mijn oude kamer. En heb nu zulke mooie gesprekken met mijn ouders. Ik geniet enorm van het weerzien van deze omgeving.”
„Ik zat even in een café in Oosterwolde en had meteen twee mooie gesprekken. Dat is zo geweldig, het gaat ergens over. We hebben ook nog een tijd in Leeuwarden gewoond. Wilgenroosje 33. Soms als ik midden in de nacht wegrijd uit Veenhuizen, dan ga ik nog even door naar Leeuwarden. Even rondkijken bij ons oude huis. Een trip to memorylane.”
Zijn vorige relatie (met actrice Maria Kraakman, red.) duurde elf jaar en eindigde zonder kinderen. „Ik wilde altijd jong vader worden, net als mijn ouders die begin zestig zijn. Maar dat is dus niet gelukt.” Nu heeft hij met zijn nieuwe liefde twee dochtertjes. „Ze geven betekenis aan mijn leven. Ik heb door hen minder ruimte om doem te denken.”
„Aan de andere kant kan het niet zo zijn dat je pas bestaat als je kinderen hebt. Je moet ook niet leven met een afvinklijst. Zo van eerst het perfecte huis en dan pas aan kinderen beginnen. Het leven gaat niet over die nieuwe keuken. We weten allemaal dat je als je je ogen definitief sluit, je niet die nieuwe breedbeeld-tv voor je ziet.”
FULLTIME WERKEN
Hij werkt zeven dagen per week. Repeteren, spelen, teksten leren, aanvragen schrijven voor zijn productiebedrijf. En daar tussendoor zijn inspreekklussen. Dragan leent zijn stem aan onder meer pensioenfonds PGGM en Toyota. „Dat kan ik overal doen. Ze zoeken voor mij een studio in de buurt van waar ik ben. Zo kan ik ook in Servië gewoon doorgaan.”
Fulltime werken, hoe combineert hij dat met twee kleine kinderen? „Ik was er niet bij toen Lola voor het eerst naar voorschool ging. Dat heb ik gemist. Maar aan de andere kant, ik werk zoveel zodat we straks wel vier maanden in Servië kunnen zijn. Dat kan ook nog omdat ze nog niet naar school gaan. En nee, ik voel me nooit schuldig als ik werk.”
Vijf jaar geleden nam hij een belangrijke beslissing. „Toen ben ik gestopt met drinken. Ik was een functionerend alcoholist. Het hoort er ook zo bij, na het applaus in de foyer een biertje. Maar als je aan het eind van de dag automatisch denkt hèhè, nu een biertje, zit je fout. Ik speelde Soldaat van Oranje toen ik stopte. Een heel zware tijd. Het voelde alsof ik vanbinnen bevroren was.”
SPELPLEZIER
„Pas toen ik in Zout op mijn huid zat, kwam mijn spelplezier weer terug. Monique van der Ven, die een voorstelling bijwoonde in Laren, zag het aan me. Twee dagen later werd ik gebeld voor een rolletje in Dokter Deen. Ik heb het een jaar heel moeilijk mee gehad. Maar nu gaat het prima. Als je bent zoals ik, je alles 100 procent wilt doen, kun je het je niet permitteren om te drinken.”
Hij is 1,74 meter. „Op tv zie je dat niet en op toneel lijk je meestal groter. Als mensen mij dan in het echt zien, zeggen ze: ‘Man wat ben jij klein’. Dan zeg ik: ‘Ja, dit is het’. Met mijn postuur kon ik goed turnen, het is handig als bijrijder en ik hoef niet diep door de knieën om iets op te tillen.” Droogjes: „Gelukkig wilde ik nooit basketballer worden.”
„Ik kijk nooit naar mensen die ouder zijn en meer succes hebben. Met hen vergelijk ik mezelf niet. Ik kijk naar leeftijdsgenoten. Wie van hen doet het beter, of anders. Uiteindelijk moeten wij het straks doen. Wij moeten doorgaan voor de oudere generaties. En ook al heb je allerlei diploma’s en garanties, je weet pas wat je nog moet leren als je begint.”
„Er zijn zoveel mensen die denken dat ze eerst die dure schoenen moeten kopen om te kunnen rennen. Dat ze eerst die kamer in Parijs moeten huren voordat ze dat boek kunnen schrijven. Onzin. Je moet beginnen. Dan komt er een bepaald moment in je leven dat je het leven grijpt en er niet meer achteraan rent.”
„Ik kijk nooit naar mensen die ouder zijn en meer succes hebben. Met hen vergelijk ik mezelf niet. Ik kijk naar leeftijdsgenoten. Wie van hen doet het beter, of anders. Uiteindelijk moeten wij het straks doen. Wij moeten doorgaan voor de oudere generaties. En ook al heb je allerlei diploma’s en garanties, je weet pas wat je nog moet leren als je begint.”
„Er zijn zoveel mensen die denken dat ze eerst die dure schoenen moeten kopen om te kunnen rennen. Dat ze eerst die kamer in Parijs moeten huren voordat ze dat boek kunnen schrijven. Onzin. Je moet beginnen. Dan komt er een bepaald moment in je leven dat je het leven grijpt en er niet meer achteraan rent.”
HALFBLOED
Als hij een echte is, wat is dan een onechte allochtoon? „Een neppe? Dat is iemand die zijn vaderland gebruikt om er hier over te zeuren. Voor alle duidelijkheid: ik ben natuurlijk Nederlander. Maar ik zie er niet uit als een Nederlander. Ik ben donker, klein van postuur. Een halfbloed. Het is heel gek om dan in een land te zijn, waarin iedereen er zo uitziet.”
Hij is thuis in twee landen maar ziet ook de verschillen. „Van Nederlanders wordt gezegd dat ze begrip hebben voor elkaars afwijkende standpunt. Agree to disagree. Heel beleefd en zo. Van ‘Oke, ik snap dat jij er zo over denkt, maar ik….’ In Servië geniet ik enorm van het vurige debatteren. Van de hele omgeving er bij betrekken.” Springt op uit zijn stoel, luid: „Wat, vind jij dat? Hoe kom je daar nou bij. Hé, jij daar. Moet je nou es horen wat hij hier beweert.”
Valt terug in zijn stoel. „Dat mis ik. Discussies tussen man en vrouw worden hier ook beleefd hoofs gevoerd. Maar je wilt toch zeker geen hoofse man in bed?”
Alsof vrouwen in Servië daar iets over te zeggen hebben. „Dat is een groot misverstand. Lariekoek. Vrouwen in Servië hebben alles te zeggen. Naar buiten toe is de man de baas. Maar dat is allemaal spel, een façade. Binnenshuis zijn zij de baas. Dat zag ik als klein jongetje al. Dan werd ik gewoon de keuken uitgezet door de vrouwen.”
Zijn buitenlandse uiterlijk heeft niet geleid tot typecasting, integendeel. Grinnikend: „Ik heb opvallend veel Nederlandse helden gespeeld. Soldaat van Oranje, Rembrandt en nu generaal Van den Bosch.” Hij is een gevierd acteur met een lange speellijst: theaterproducties, films, tv-series. Daarnaast is hij ook actief als scenarioschrijver en producent voor het door hem opgerichte productiekantoor Popov Film.
Een succesvol bestaan, maar het had ook heel anders kunnen lopen. Op zijn 14de liep Dragan ernstige brandwonden op, veroorzaakt door een spelletje met een fles spiritus en lucifers. Dragan, voor die tijd een populaire jongen en een talentvol turner, moest lang revalideren en kroop in zijn schulp.
Zijn moeder schreef hem daarom in voor een toneelcursus in Assen. Daarna volgden de Vooropleiding Theater in Groningen en uiteindelijk de toneelacademie in Arnhem. Zo ontdekte hij zijn plezier in acteren. „Ik vond het altijd wel fijn om in het middelpunt te staan maar door mijn brandwonden trok ik me steeds meer terug. Tot die tijd had ik ook nooit het idee dat je geld kon verdienen met acteren. Het leek mij meer iets als hobby.”
„In het Noorden wordt ook heel anders naar toneel gekeken dan in de Randstad. Ik kende mensen met werk als tegelzetter of jurist. Maar niet als acteur.” De littekens van zijn ongeluk zijn nog steeds zichtbaar in zijn hals. Toch zit dat hem niet dwars. „Het was een les die mij ook veel goeds heeft gebracht. Ik heb alleen mijn pubertijd overgeslagen. Die kwam pas veel later, ik werd pas boos op mijn ouders toen ik 25 was.”
Hij woont in Amsterdam met Kiki Bosch, de moeder van zijn twee dochters. Lola van 2,5 en Milica van 2 maanden. Wat betekent Appelscha nog? „We wonen in Amsterdam vlakbij Artis. Maar als ik acteur kon zijn in Appelscha of Oosterwolde, was ik niet weggegaan.”
KAMPVUUR
„Toen ik 3 was, zijn mijn ouders naar Oosterwolde verhuisd. Maar we fietsten heel vaak naar Appelscha, dat is vlakbij. Ik kan de route wel dromen. ’s Zaterdagsavonds met kameraden naar het bos, een clandestien kampvuur. Appelscha is voor mij de plek die verbonden is met eerste keren. Het eerste schoolreisje, de eerste keer naar het Canadameer, een spannende expeditie. Of zwemmen in zwembad de Posthoorn, de eerste zoenen met een meisje, de trampolines bij Duinenzathe.”
„Mijn eerste vakantiebaantjes: bloembollen koppen in Hoogersmilde, Hijkersmilde en Smilde. Ik ben klein van postuur, dat was heel handig. Ik hoefde niet zo diep te bukken. De bijbaantjes hier zijn ook zo anders dan in het Westen. Daar zit je in de horeca of in de supermarkt, hier ben je buiten op het land.”
„De omgeving is schitterend, zeker voor kinderen. Het Aekingerzand, de bossen, de Vaart. Het rare is dat je dat niet ziet als je jong bent. Dan vind je het normaal. In Servië, waar ik dus ook van jongsafaan ieder jaar kom, is ook alles weids en groot. Daar heb je als kind ook veel speelruimte. Je weet niet beter. Maar pas als je ouder bent, als je terugkomt, zie je de schoonheid.”
„Er is ook een keerzijde. Het is zo veilig, dat je het gevaar loopt om in te slapen. De deuren hoeven niet op slot, je kunt betaalbaar groot wonen, je kunt je auto voor de deur zetten. Dan kun je iets krijgen van ‘waarom zou ik meer willen?’. Je ambities worden minder, kleiner. In de Randstad zit ambitie veel meer in de weg. Maar dat heeft ook zijn goede kanten. Je wordt meer uitgedaagd.”
„In Friesland kun je veel langer in je eigen zen blijven. Je wordt minder gestoord. Maar ik kwam laatst een oude vriend tegen uit Oosterwolde. Die zei dat hij ook graag acteur had willen worden, alleen de kansen niet had gekregen. Dan denk ik toch: ik heb het ook niet cadeau gekregen. Wonderlijk dat mensen denken dat het voor mij anders is. Je moet ook uitkijken dat ambitie niet wordt verward met uitsloven. Dat is zonde.”
Deze zomer staat hij drie dagen van de week in Veenhuizen op de planken. Die dagen logeert hij bij zijn ouders in Oosterwolde. „Natuurlijk! Ik had ook net als de andere spelers een huisje in het tweede gesticht kunnen hebben. Maar ik slaap gewoon in mijn oude kamer. En heb nu zulke mooie gesprekken met mijn ouders. Ik geniet enorm van het weerzien van deze omgeving.”
„Ik zat even in een café in Oosterwolde en had meteen twee mooie gesprekken. Dat is zo geweldig, het gaat ergens over. We hebben ook nog een tijd in Leeuwarden gewoond. Wilgenroosje 33. Soms als ik midden in de nacht wegrijd uit Veenhuizen, dan ga ik nog even door naar Leeuwarden. Even rondkijken bij ons oude huis. Een trip to memorylane.”
Zijn vorige relatie (met actrice Maria Kraakman, red.) duurde elf jaar en eindigde zonder kinderen. „Ik wilde altijd jong vader worden, net als mijn ouders die begin zestig zijn. Maar dat is dus niet gelukt.” Nu heeft hij met zijn nieuwe liefde twee dochtertjes. „Ze geven betekenis aan mijn leven. Ik heb door hen minder ruimte om doem te denken.”
„Aan de andere kant kan het niet zo zijn dat je pas bestaat als je kinderen hebt. Je moet ook niet leven met een afvinklijst. Zo van eerst het perfecte huis en dan pas aan kinderen beginnen. Het leven gaat niet over die nieuwe keuken. We weten allemaal dat je als je je ogen definitief sluit, je niet die nieuwe breedbeeld-tv voor je ziet.”
FULLTIME WERKEN
Hij werkt zeven dagen per week. Repeteren, spelen, teksten leren, aanvragen schrijven voor zijn productiebedrijf. En daar tussendoor zijn inspreekklussen. Dragan leent zijn stem aan onder meer pensioenfonds PGGM en Toyota. „Dat kan ik overal doen. Ze zoeken voor mij een studio in de buurt van waar ik ben. Zo kan ik ook in Servië gewoon doorgaan.”
Fulltime werken, hoe combineert hij dat met twee kleine kinderen? „Ik was er niet bij toen Lola voor het eerst naar voorschool ging. Dat heb ik gemist. Maar aan de andere kant, ik werk zoveel zodat we straks wel vier maanden in Servië kunnen zijn. Dat kan ook nog omdat ze nog niet naar school gaan. En nee, ik voel me nooit schuldig als ik werk.”
Vijf jaar geleden nam hij een belangrijke beslissing. „Toen ben ik gestopt met drinken. Ik was een functionerend alcoholist. Het hoort er ook zo bij, na het applaus in de foyer een biertje. Maar als je aan het eind van de dag automatisch denkt hèhè, nu een biertje, zit je fout. Ik speelde Soldaat van Oranje toen ik stopte. Een heel zware tijd. Het voelde alsof ik vanbinnen bevroren was.”
SPELPLEZIER
„Pas toen ik in Zout op mijn huid zat, kwam mijn spelplezier weer terug. Monique van der Ven, die een voorstelling bijwoonde in Laren, zag het aan me. Twee dagen later werd ik gebeld voor een rolletje in Dokter Deen. Ik heb het een jaar heel moeilijk mee gehad. Maar nu gaat het prima. Als je bent zoals ik, je alles 100 procent wilt doen, kun je het je niet permitteren om te drinken.”
Hij is 1,74 meter. „Op tv zie je dat niet en op toneel lijk je meestal groter. Als mensen mij dan in het echt zien, zeggen ze: ‘Man wat ben jij klein’. Dan zeg ik: ‘Ja, dit is het’. Met mijn postuur kon ik goed turnen, het is handig als bijrijder en ik hoef niet diep door de knieën om iets op te tillen.” Droogjes: „Gelukkig wilde ik nooit basketballer worden.”
„Ik kijk nooit naar mensen die ouder zijn en meer succes hebben. Met hen vergelijk ik mezelf niet. Ik kijk naar leeftijdsgenoten. Wie van hen doet het beter, of anders. Uiteindelijk moeten wij het straks doen. Wij moeten doorgaan voor de oudere generaties. En ook al heb je allerlei diploma’s en garanties, je weet pas wat je nog moet leren als je begint.”
„Er zijn zoveel mensen die denken dat ze eerst die dure schoenen moeten kopen om te kunnen rennen. Dat ze eerst die kamer in Parijs moeten huren voordat ze dat boek kunnen schrijven. Onzin. Je moet beginnen. Dan komt er een bepaald moment in je leven dat je het leven grijpt en er niet meer achteraan rent.”
TEKST MARJA BOONSTRA – Bron: Leeuwarder Courant