Een intelligente mix van drama en rockmusical ★★★
‘Bij ons in de Jordaan’, zingt het publiek in het Amsterdamse theater Carré schoorvoetend mee, op aanmoediging van Paul R. Kooij als spreekstalmeester. Hij is de verteller in Het Pauperparadijs, de locatieproductie die na twee succesvolle zomers in het Drentse Veenhuizen nu is verhuisd naar het theater aan de Amstel. Meteen na dat zogenaamd gezellige begin veranderen toon en inhoud van die Jordanese klassieker. We zitten dan ineens in het Amsterdam van 1826, een verpauperde stad vol arme sloebers, schurft, drek en ratten. Een grote mensenmassa, gekleed in lompen, krioelt over elkaar in duister licht – de stad als Armageddon.
Het is het ijzersterke begin van een voorstelling die een intelligente mix is van theatrale geschiedenisles, sociaal drama en rockmusical. Tom de Ket schreef het script, muzikant Lavalu componeerde de muziek en is onderdeel van de band. Met stevige rockmuziek heeft zij een sterk aandeel in deze productie, die nergens zoetsappig of sentimenteel is.
De Ket vertelt aan de hand van een gedoemde liefde de geschiedenis van de strafkolonie annex opvoedingsgesticht in het Drentse Veenhuizen waar arme weeskinderen en later ook allerlei gespuis terechtkwamen. Het is een vergeten stuk geschiedenis over welvaart en armoede, onderdrukking en opstand.
De vertaling van locatie naar theater geschiedt door middel van sfeervolle, sobere projecties en fraai verlichte en gezongen ensemblenummers. Maar de acteursregie van De Ket schiet tekort: veel spelers schreeuwen het uit van ellende. Hoofdpersoon Teunis wordt niet één maar wel twintig keer in elkaar geslagen. Ook wat actuele politieke boodschap betreft vliegt De Ket af en toe uit de bocht. Neemt niet weg dat Het Pauperparadijs als theaterspektakel een zuivere ziel en warm kloppend hart heeft.
Bron: De Volkskrant